Woord vooraf De karavaan trekt verder
In de loop der eeuwen zijn de omgeving waarin rijkdom tot stand kwam en de middelen waarmee dit gebeurde aan voortdurende verandering onderhevig geweest. Steeds verschenen andere mensen op het toneel. Maar de mechanismen waarmee (super)rijkdom tot stand komt, wordt doorgegeven en verloren gaat, zijn niet zo veel veranderd. Zoals het spreekwoord zegt: ‘de honden blaffen maar de karavaan trekt verder’.
Inleiding Hoe word je superrijk?
Heb het toeval aan je zijde, kom ter wereld in een superrijke of minstens welgestelde familie, trouw met een rijke partner en speel handig in op de mogelijkheden. Een paar psychopathische trekjes helpen ook.
Hoofdstuk 1 De natuur als bron van rijkdom
Het heeft lang geduurd voordat de Nederlanden hun grote natuurlijke bronnen, rivierdelta, energie en ertsen konden inzetten voor het vergaren van rijkdom. Topambtenaar Willem ‘Snikkerieme’ van Duvenvoirde werd in de late middeleeuwen schatrijk met turfwinning. Ook de koloniale grondstoffen hebben de rijksten geen windeieren gelegd. En als grootschalige exploitatie van de natuur nadelen heeft – en dat is meestal het geval –, weten de superrijken ook aan de tijdelijke oplossing daarvan steeds weer schatten te verdienen.
Hoofdstuk 2 Rijk worden aan bevolkingsgroei en verstedelijking
Tot het eind van de middeleeuwen waren de Nederlanden leeg en onderontwikkeld. Toen de steden tot bloei kwamen, profiteerden de rijksten het meest van het aanbod aan arbeidskrachten, de lage lonen en de groeiende consumentenmarkt. Later bood de explosieve groei van de industriële productie een nieuw vliegwiel voor bevolkingstoename en rijkdom. En het overschot aan jongeren kon worden ingezet om grote delen van de wereld te koloniseren.
Hoofdstuk 3 Immigranten als brengers van rijkdom
Immigranten en vluchtelingen hebben de Nederlanden en zichzelf veel rijkdom gebracht. Dat gold vooral voor de meer innovatieven en welgestelden onder hen. Daarnaast kwamen er ook arme, lager opgeleide immigranten, die de lonen van de gewone arbeiders omlaag drukten. De laatste decennia overheerst dit type. Tegelijkertijd verspreiden de rijksten der Lage Landen hun vermogen naar andere landen.
Hoofdstuk 4 Geopolitieke macht als raamwerk voor rijkdom
Het grote geld wordt verdiend op de wereldmarkt, waar de ontwikkelingen worden bepaald door macht. Nederland en België zijn zelf nooit grootmachten geweest maar konden wel direct meeprofiteren van de kruimels van hun machtige buren. Dat hebben ze over het algemeen met succes gedaan. Met, in het verleden, dank aan de Oranjes.
Hoofdstuk 5 Metropolen als concentraties van macht en rijkdom
De metropolen van deze wereld zijn bij uitstek de plaatsen waar de economische macht zich concentreert en waar de rijksten der aarde bij voorkeur resideren. De Nederlanden verkeren al eeuwen in de staart van de grote westerse metropolen.
Hoofdstuk 6 Innovatie en transport als routes naar rijkdom
Nieuwe technologie – niet zelden voortspruitend uit de oorlogsindustrie – stimuleert de opkomst van nieuwe superrijken. Pas als de tijd rijp is voor grootschalige verspreiding van een innovatie, stappen de oude superrijken in. Zij verdienen er vaak het meest aan. De digitale superrijkdom gaat aan de Nederlanden voorbij. En ondanks Nederlands imago als transportland heeft België tegenwoordig méér superrijke transporteurs.
Hoofdstuk 7 Rijkdom in de driehoek markt, media en ideologie
Er valt veel geld te verdienen met het openleggen van het investeren in nieuwe markten. Wie actief is op bestaande markten of opereert in een klein marktgebied als de Nederlanden, kan niettemin ook rijk worden door goed te kijken naar wat marketvernieuwers doen en dit te kopiëren.
Er is vaak een samenhang tussen de opkomst van nieuwe markten en die van nieuwe media en nieuwe ideologieën. De rijksten hebben altijd een grote rol gespeeld bij ideologie en media, zoals nu de tycoons van deict.
Hoofdstuk 8 De helpende hand van fiscus en staat
Het financiële systeem is al eeuwenlang gunstiger voor de allerrijksten dan voor de armen. De commerciële, ideologische en bestuurlijke elites zijn veelal drie handen op één buik. Omdat de staat met belastinggeld bijspringt als het misgaat, kunnen de rijksten grotere risico’s nemen, maar ook grotere winsten behalen dan ze zonder die hulp hadden kunnen bereiken. Bovendien genieten ze vaak grote belastingvoordelen.
Hoofdstuk 9 De rijken worden rijker en de ongelijkheid wordt groter
Vanaf het eind van de middeleeuwen is de ongelijkheid in inkomen en vermogen alsmaar toegenomen. Vooral in Nederland. De rijken genieten dan ook vele voordelen. Ook klassieke vererving en klassenvorming zitten in de lift. De laatste decennia gaan vooral de superijken er hard op vooruit. Dit is veelal een voorbode van instabiliteit en economisch verval, gevolgd door een afname van de ongelijkheid. Helaas gaat dit vaak gepaard met geweld.
Hoofdstuk 10 Hoe de rijken komen, gaan en blijven
De superrijken in de Gouden Eeuwen van de Nederlanden waren relatief misschien wel even rijk als hedendaagse miljardairs. Ze waren niet bescheiden, ook de calvinisten onder hen niet. Superrijkdom blijft gemiddeld maar twee generaties in de familie. Ze verschuift van familie naar familie, kan versnipperd raken en zelfs verloren gaan, maar dit alles vooral binnen de klasse der rijken. Vaak spelen vrouwen hierbij een sleutelrol.
Hoofdstuk 11 De netwerken van rijkdom, ideologie en staat
De superrijken en de bestuurders van publieke rijkdommen houden de gelederen het liefst gesloten. Daarom vormen zij voortdurend monopolies, kartels en andere netwerken. Hoewel familiebanden grotendeels zijn verdwenen, is de scheiding tussen rijkdom, ideologie en staat nog steeds beperkt.
Hoofdstuk 12 De superrijken en hun psychopathische trekjes
Om aan de top der superrijken (en de macht) te komen, helpt het om voorzien te zijn met wat psychopathische trekjes. Hiermee valt veel te bereiken maar evenzeer veel kwaad aan te richten. In dit hoofdstuk passeren de belangrijkste trekjes de revue, uiteenlopend van superioriteitswaan tot (overmatige) gerichtheid op seks – met natuurlijk veel voorbeelden, onder meer uit de koningshuizen. Uiteindelijk kampen nogal wat superrijken met diepe onzekerheid.