TOPMANAGEMENT

Accountantskantoren

PwC heeft de meeste top-500 klanten, KPMG en Ernst & Young de grootste

De 'machtigste' accountantskantoren 2000/11/01 in Account p.19-21 door Tom Nierop

Welke accountantskantoren zijn het stevigst genesteld in de absolute top van het Nederlandse bedrijfsleven? En wie is sterk in welke branches? Een onderzoek naar de 'machtigste' accountantskantoren van BV Nederland.
Wie ranglijsten maakt van de grootste of belangrijkste bedrijven, begeeft zich al snel in een mijnenveld. Hoewel vrijwel iedereen is geïnteresseerd in wie er bovenin, onderin en middenin prijken en wat de verschuivingen zijn - vooral als de eigen naam in de lijst figureert - valt op elke criterium wel iets af te dingen. En dat gebeurt dan ook, vooral als zo'n criterium voor het eigen kantoor tot een teleurstellende score leidt.
De gangbaarste maat voor het samenstellen van accountantsranglijsten is de omzet. In Nederland werd die lijst, opgesteld door het weekblad Fem/De Week, vorig jaar aangevoerd door achtereenvolgens Ernst & Young, KPMG, PricewaterhouseCoopers en Deloitte & Touche. Deze Big Four werden op grote afstand gevolgd door een groep middelgrote kantoren onder leiding van Arthur Andersen - wereldwijd een van de grootste maar in Nederland een bescheiden partij - en BDO CampsObers (zie Account 6, 1999). Eigenlijk is de rangorde al vele jaren hetzelfde. Op de koppositie is het wel eens stuivertje wisselen tussen KPMG en Ernst & Young, maar verder zijn er sinds het samensmelten van Coopers & Lybrand en Price Waterhouse en de inlijving door Deloitte & Touche van de VB Groep - beide een paar jaar geleden - geen fundamentele veranderingen te zien geweest.

Grootste accountskantoren (omzet in miljoenen guldens)
 KantoorOmzet 1998
1.Ernst & Young1.191
2.KPMG1.166
3.PricewaterhouseCoopers1.151
4.Deloitte & Touche885
5.Arthur Andersen171
6.BDO CampsObers162
7.ABAB124
8.GIBO Groep122
9.Paardekooper & Hoffman112
10.Walgemoed104
11.Berk Groep102
Bron: FEM/De Week


Klanten bepalen status

Wie de meeste omzet draaien is dus duidelijk. Maar zijn de qua omzet grootste accountantskantoren ook de invloedrijkste? Het meten van invloed of 'macht', op welk terrein dan ook, blijft altijd moeilijk. Bij accountantskantoren misschien nog extra, omdat ze als adviseur of controleur in feite een rol aan de zijlijn van het economisch speelveld vervullen. Maar een ding is zeker: de status van een kantoor hangt voor een belangrijk deel af van de identiteit van de clientèle. Nog afgezien van de omzet en mogelijke adviesopdrachten die uit de jaarcijfercontrole kunnen voortvloeien, is het alleen al uit pr- en statusoverwegingen interessant om bij de grootste bedrijven aan tafel te zitten. Het staat toch leuk om te kunnen zeggen dat Philips of Corus - waarom blijft die naam toch zo onwennig? - tot je klantenkring behoren. Niet voor niets slingeren kantoren ter profilering wel eens terloops met frasen als 'wij adviseren x % van de Top-100'.
Welke accountants zitten het stevigst op schoot bij de eredivisie van het Nederlandse bedrijfsleven? Welke accountants hebben de grootste voet tussen de deur van de directiekamers van Nederlands 'machtigste' ondernemingen, gemeten naar het gezamenlijke eigen vermogen van klanten in de vaderlandse top-500?
Het antwoord lijkt voorspelbaar. Uiteraard zullen dat wel weer diezelfde grote vier zijn. Toch komen uit een door bureau Elite Research in samenwerking met Account geproduceerd overzicht interessante verschillen met de gangbare lijsten naar voren.


Eigen vermogen
Op alle criteria valt wel iets af te dingen, maar het gebruik van 'eigen vermogen' als indicator van de 'macht' van een bedrijf heeft het voordeel van de duidelijkheid. Het geeft aan hoeveel geld een bedrijf beschikbaar heeft voor slechte tijden en overnames. Het eigen vermogen is vergeleken met andere criteria bovendien relatief stabiel. Overnames worden de laatste tijd ook vaak gefinancierd uit hoge aandelenkoersen, maar die kunnen enorm fluctueren. Zo moest kabelaar en beurslieveling UPC onlangs, geplaagd door een kelderende beurswaarde, op het laatste moment de met veel tamtam aangekondigde overname van SBS afblazen. Het eigen vermogen van een onderneming is doorgaans minder bewegelijk en is op zijn minst méér dan een toevallige, door tijdelijke sentimenten bepaalde momentopname.
Machtigste accountantskantoren (Eigen Vermogen Top-500 klanten)
 KantoorEigen VermogenAantal BedrijvenGemiddeld Eigen VermogenMarktaandeel %EV
1.KPMG265.067.4111172.265.53339%
2.Ernst & Young229.310.068952.439.46833%
3.PricewaterhouseCoopers123.538.428139888.76518%
4.Arthur Andersen25.439.22931820.6204%
5.Deloitte & Touche24.083.16148501.7323%
6.BDO CampsObers1.503.2678187.9082%
7.Berk Groep809.4302404.7151%
8.Paardekooper & Hoffman77.051238.5250%
Noot : Bedragen X 1000 gulden. Cijfers van 1997. Gegevens bekend van 449 bedrijven.
Bron: EBI / Elite Research, Uden

Accountants van de top-10
ShellKPMG
INGErnst & Young
ABN AmroErnst & Young
UnileverPricewaterhouseCoopers
RabobankErnst & Young
PhilipsKPMG
AegonErnst & Young
KPNPricewaterhouseCoopers
Hoogovens*KPMG
Akzo NobelKPMG
* wie opvolger Corus gaat controleren is nog onzeker

Veel grotere kloof

Zoals kon worden verwacht is het topsegment van de markt inderdaad verdeeld tussen de grote kantoren. Maar het valt op dat de kloof met de rest van het peloton hier nog veel dieper is dan als het gaat om omzet. De Big Five voeren met nog veel overweldigende overmacht de lijst aan. Slechts elf andere kantoren komen als controlerend accountant bij een of meer top-500 bedrijven over de vloer. BDO CampsObers (inmiddels gefuseerd met Walgemoed) noteert er acht klanten, Berk en Paardekooper & Hoffman elk twee, en nog acht andere, veel kleinere kantoren kunnen elk bogen op één top-500 klant.
Ook binnen het gezelschap van de Big Five zijn er opvallende verschillen met de omzetranglijst. Dat KPMG en Ernst & Young hier van plaats verwisselen is niet eens zo bijzonder, want net als bij de omzetcijfers ontlopen de twee elkaar niet veel. Wel opmerkelijk is de veel grotere afstand tussen KPMG en Ernst & Young en de overige megakantoren.
Gemeten in eigen vermogen van de top-clientèle bedienen KPMG en Ernst & Young een veel groter deel van de nationale bedrijfselite dan hun concurrenten. Met 'marktaandelen' van respectievelijk 39% en 33% laten ze PricewaterhouseCoopers, in omzet nauwelijks kleiner, hier ver achter zich. PwC 'beheerde' 18% van het totale eigen vermogen van de 500 Nederlandse topbedrijven, dus ongeveer half zoveel als de twee concurrenten. Voor Arthur Andersen en Deloitte & Touche geldt dat nog veel sterker. Met marktaandelen van respectievelijk 4% en 3% van het totale eigen vermogen bekleden ze binnen de top-500 slechts een marginale positie.

Vaderlandse klei

Opmerkelijk is dat gemeten naar het aantal top-500 klanten, de rollen deels zijn omgedraaid. PwC heeft binnen de nationale top 500 meer klanten dan enige concurrent: 139. KPMG telt er 117, Ernst & Young 95.
De hoge 'eigen-vermogen-scores' van KPMG en Ernst & Young worden dus zonder twijfel sterk beïnvloed door hun prominente positie bij de echte mega- der megaconcerns. De allergrootste ondernemingen hebben blijkbaar een voorkeur voor deze stevig in de vaderlandse klei gewortelde accountantskantoren. Van de top-10 ondernemingen worden er acht bediend door hetzij KPMG of Ernst & Young. Alleen Unilever en KPN laten de boeken door een ander controleren, namelijk PricewaterhouseCoopers. Het kan toeval zijn, maar ook dat kantoor is qua achtergrond net iets 'Nederlandser' dan Deloitte & Touche en zeker Arthur Andersen.
De gemiddelde omvang van top-500 controleklanten is bij PwC met ruim 888 miljoen gulden eigen vermogen nog niet de helft van die bij KPMG en Ernst & Young. PwC let dus blijkbaar wat meer op 'de kleintjes'. Arthur Andersen opereert gemiddeld in dezelfde 'league' als PwC. De grootste klant van Arthur Andersen is nummer 33, Sara Lee/DE.
Deloitte & Touche - grootste klant: nummer 21 Reed Elsevier - richt zich nog sterker op die 'kleintjes onder de groten'. Gemiddeld bedraagt het eigen vermogen van Deloitte's top-500 clientèle ruim 500 miljoen gulden. Nog altijd een heel acceptabel bedrag, maar toch aanmerkelijk geringer dan de ruim 2 miljard die bij KPMG en Ernst & Young wordt genoteerd en ook duidelijk minder dan dat van de klanten van PwC en Arthur Andersen.


'Middelgroot'

Op zichzelf is een wat sterkere concentratie op 'middelgrote' ondernemingen niet iets om verdrietig over te worden. Integendeel. Met uitzondering van KPMG en Arthur Andersen, die zich nadrukkelijk en gericht profileren als accountant en adviseur voor grote internationale bedrijven - KPMG stoot in dat verband zelfs bepaalde regiokantoren af - werpen de diverse accountants al een tijdje een begerig oog op de markt van het midden- en kleinbedrijf, waar de koek nog niet is verdeeld en waar nog veel valt te winnen. Veel kantoren hebben speciale afdelingen voor het veroveren en bedienen van dat marktsegment, getooid met soms fantasierijke namen als 'middle market' of, zoals binnen de beroepsorganisatie NIVRA - waarom zou je de 'm'en de 'k' niet een keer omdraaien, moeten ze daar hebben gedacht - de 'platformcommissie KMO' (kleine en middelgrote ondernemingen).


Branches

Ook over de posities in diverse branches valt iets op te merken. Over het algemeen is de controlekoek in de verschillende economische sectoren redelijk verdeeld over de verschillende kantoren. Maar niet elk kantoor is overal even sterk. De meeste hebben hun sterke en zwakke branches. Vooral PricewaterhouseCoopers (computerservice, overige zakelijke dienstverlening en post en telecommunicatie), maar ook KPMG (metaal, financiële instellingen) hebben op enkele deelmarkten een sterke positie.
Op de weinige markten waar één accountant uitgesproken sterk is, zijn anderen zwak, en omgekeerd. Uitzondering is de markt van de financiële instellingen, waar zowel KPMG als Ernst & Young zwaar aanwezig is. Samen bedienen die twee kantoren twaalf van de dertien banken in de top-500. KPMG heeft zeven banken als klant, waaronder ING Bank, Fortis en SNS Reaal. Ernst & Young komt over de vloer bij vijf banken, waaronder ABN Amro en Rabo en controleert ook de ING Groep. Daarnaast heeft het kantoor een stevige voet aan de grond in de aanpalende wereld van verzekeraars en pensioenfondsen, met klanten als Nationale-Nederlanden, Aegon en Interpolis.
Deloitte & Touche heeft een redelijk sterke positie in de chemie, met bijna een kwart van de bedrijven in die sector, waaronder Dow Benelux en Solvay Pharmaceuticals. Arthur Andersen tenslotte, bedient drie van de elf ondernemingen in de sector 'aardolie- en aardgaswinning en dienstverlening'.

Marktverdeling. Overlappende branches top-500 accountants*
BrancheKPMGE&YPwCAAD&T
Producten van metaal+ -  
Financiële instellingen++-  
Computerservice--+  
Overige zakelijke dienstverlening--+  
Post en telecommunicatie -+  
Chemische producten -  +
Aardolie- en aardgaswinning --+ 
    * op basis van aantal klanten (gecorrigeerd voor eigen vermogen)
     + = sterk; - = zwak